Dagelijks reis ik vice-versa van Vlaardingen naar Rotterdam. Dat is van het westen naar het oosten. Regelmatig doe ik dat op de fiets en dat is best lekker. Behalve als de zon schijnt. Zoals u weet komt deze elke ochtend in het oosten op en gaat in het westen weer onder. Zowel ’s morgens als ’s avonds fiets ik dus met mijn gezicht in de zon. En ja, dat is ook lekker, daar hoort u mij niet over. Het wordt pas minder prettig als je tijdens zo’n ritje in de zon verkeerslichten tegen komt. En op mijn route staan er nogal wat. De uitvinder van het stoplicht moet haast wel een Duitser geweest zijn. Die jongens fietsen namelijk niet. Herr Doktor Ampel, zal zijn naam wel zijn. Een nare man. Als je als voetganger voor het rode licht staat, is er niets aan de hand. Het licht staat aan de andere kant van de weg, ver genoeg om je blik niet omhoog te hoeven richten om te zien of je al mag oversteken. Maar als ik op de fiets voor het rode licht sta, is het wel even anders. Met mijn snufferd vlak voor de paal sta ik naar boven te turen, want de lampen van het rood oranje en groen zijn hoog boven op die paal gemonteerd. En laat nou precies achter die lichten die koperen ploert aan een strak blauwe hemel staan te branden. Verblind door het felle licht zie ik dus geen moer. Waarom is er geen burgemeester die gewoon dwars tegen Herr Doktor Ampel in gaat en de stoplichtenfabriek opdracht geeft om die palen een flink stuk in te korten, zodat de fietslichten gewoon op ooghoogte komen te hangen? Maar er zitten toch wel eens “verklikkertjes”, van die mini verkeerslichtjes, op de paal, zult u zeggen. Inderdaad, die kom ik ook wel eens tegen, maar altijd op palen waar een hele grote boom achter staat, die het stoplicht mooi in de schaduw zet. En als er geen boom staat, dan is het wel een hoog gebouw die mijn ogen beschermen tegen het felle schijnsel van de zon. Let er maar eens op als u op de fiets zit. Bij mooie grote open kruispunten vindt u nooit een verklikker. Nee, zo’n ritje in de zon is niet zo prettig als u zou denken. De eerste echte lentedag zit er op en ik ben er nu al weer klaar mee. Ik verlang naar donkere wolkenluchten, zodat ik tenminste weer veilig kan oversteken.