The Dutch Inn

Het is zondagmiddag en ik fiets richting huis, kom net terug van een gezellig familie bezoekje. Onderweg krijg ik een sms van een vaste klant van de Dutch Inn, het plaatselijke kroegje waar ik af en toe kom. ‘Kom je even langs? Zit in de Dutch Inn!’ ‘Oké’, sms ik terug, ‘half uur, dan ben ik er’. Ik fiets naar huis, omkleden en wat make up op doen; net even wat aanzetten om er weer pico bello uit te zien!

Bij binnenkomst werd ik overvallen door de stilte, slechts 3 heren en een bardame. Had toch minstens verwacht dat het gezellig druk zou zijn. ‘Heb je geen suiker buiten gestrooid?’ vraag ik de bardame bij het binnenlopen. ‘Ja Michaela, heb ik gedaan, maar ik geloof er niet in. ‘Nou dat is simpel!’ zeg ik, ‘dan gebeurt er ook niets!’. ‘Geef mij suiker, dan ga ik strooien.’ ik geloof er namelijk wel in.

Suiker buiten strooien is een oud ritueel in de horeca. Als het stil is in de zaak, strooit men suiker buiten, met de gedachte om gasten aan te trekken. De bardame overhandigt mij een paar zakjes suiker waarop ik naar de buitendeur loop gangetje door en naar de volgende buitendeur en de suiker over de mat strooi en ik zeg hardop in mezelf, binnen een half uur wil ik dat de Dutch Inn gasten heeft waardoor het gezellig druk is. Daarna loop ik terug naar binnen en dit allemaal binnen één minuut.

De mannen, vrouwelijke gasten waren er niet die dag, keken verdwaasd naar mij, waarom gaat ze nou suiker buiten strooien? Suiker??? Alle koppen draaide mijn kant op en ze bleven mij verbaasd aanstaren toen ik weer doodleuk door de deur naar binnen kwam met lege zakjes suiker.

Een van de mannen, die mij ge-sms’t had en die er bijna altijd is, namen noem ik niet, dat staat niet netjes, draait zich om en volgt mij met zijn grote blauwe ogen. Hij kan het niet geloven, heeft ze dat nou echt gedaan? Ik draai me om kijk hem recht aan. ‘Ja’, zeg ik, ‘ik heb het echt gedaan!’, als ik zijn verbazing lees in die grote blauwe ogen, en ik toon hem de lege zakjes. Zijn ogen, nog groter dan ze normaal al zijn, kijken nu naar de lege zakjes die ik in elkaar vouw en op de bar leg. Die ogen zeggen in een fractie van een seconde zo veel. ‘Neemt ze me nou in de mailing?’ en ‘Is ze gek geworden?’, maar ook, ‘Misschien werkt het wel, ze doet het zo overtuigd’, maar vooral ‘Het moet toch niet gekker worden!’ Hij draait zich om en bestelt voor ons beiden een biertje bij de bardame.

‘De klok wijst nu 3 uur, om half 4 verwacht ik dat het redelijk vol zit!’, zeg ik luid en duidelijk zodat iedereen het hoort. De bardame lacht: ‘als dat gebeurt, ha ha ha kom je dan iedere week?’. ‘Je gelooft er niet in hè’, vraag ik haar. ‘Nee’, zegt ze, ‘daar geloof ik niet in!’ ‘Waar kom je vandaan? Toch niet uit Nederland?’ ‘Nee’, zegt ze, ‘ik kom van Dominicaanse Republiek.’ ‘Daar hebben ze toch wel iets met (bij) geloof?’ ‘Ja, maar ik geloof niet in de suiker, sorry Michaela’. ‘Goed dat kan’, zeg ik.

De man die er met de grote blauwe ogen, is altijd vriendelijk en vooziet mij van een biertje. De bardame lacht om mijn rariteiten en ik praat gezellig met blauwoog. Dan is het half 4 en de Dutch Inn begint vol te stromen met mannen en vrouwen. De mannen, die er al waren, kijken verbaasd naar mij en één roept, ‘dat is jouw schuld, nu word het nog druk ook’, hij lacht erbij. De man met de grote blauwe ogen kijkt opnieuw naar me, ik zit pal naast hem en hij bekijkt me van onder tot boven ‘wel een apart geval die griet’, ik zie het hem denken. Weer komen er gasten in de Dutch Inn en weer begint er een van de 3 mannen er over, kennelijk wel onder de indruk van mijn overtuiging en wat ik teweeg heb gebracht.

Er word onderling druk gepraat, het zijn vaste klanten en oude klanten die de Dutch Inn bezoeken. De meesten ken ik niet, ik kom er nog niet zo lang en ook niet zo vaak. Men praat met iedereen, ik ook, wat erg leuk is. Een schaal met bittergarnituur gaat voorbij, heerlijke muziek, er word gelachen. Het is gezellig druk zo op een zondagmiddag in de Dutch Inn!

Na een paar uurtjes vertrek ik, maar niet zonder dat ik een afspraak heb gemaakt met de bardame. Zij werkt immers iedere zondag en vraagt of ik volgende week weer langs wil komen. ‘Is het zondagmiddag dan niet druk?’, vraag ik haar. ‘Niet zo’, zegt ze: ‘Ik kan wel wat klandizie gebruiken’. Ik beloof dat ik de volgende week even langs kom.

Een week gaat voorbij. Ik ben niet meer in de Dutch Inn geweest en ik weet ook niet of de mensen er over gesproken hebben. Wel kreeg ik een paar keer een sms of ik wilde komen. Ik had andere verplichtingen, zodat ik echt niet kon gaan.

Dan is het weer zondag. In mijn flat schijnt de zon in de woonkamer, ik ga langs bij mijn moeder aan het einde van de ochtend. Als ik aan de achterkant buiten kom is koud. Mijn voorkant van de flat is niet te vergelijken met de achterkant. Gelukkig heb ik een dikke jas aan, want grote dikke donkere wolken dreigen mijn kant op te komen. Onderweg overvalt me een plensbui, op de fiets. Daarom ben ik als een verzopen katje, als ik bij mijn moeder aan kom. Mijn make up, jas, broek en haren: alles is nat!

Na het bezoek moet ik naar huis om me om te kleden en op te kalefateren, immers ik word  om 3 uur weer verwacht in de Dutch Inn! Tenminste één van de vaste bezoekers is er. Dat weet ik, want met hem heb ik op facebook afgesproken om 3 uur in de Dutch Inn te zijn. De man die komt heeft ontzettend veel weg van één van de gasten van Maaskantje, hij heeft dezelfde lange blonde haren en hij vertelt me dat hij net zo’n aparte auto heeft als die gasten van Maaskantje hebben. Toch is hij best aardig en er komt geen raar woord of opmerking uit zijn mond, dus daarin herken ik Maaskantje niet.

De man met de grote blauwe ogen is er niet. Ik sms hem al eerder deze week, dat ik naar de Dutch Inn ga, maar hij heeft een feest en baalt!

Door de plensbui kom ik wat later binnen,  Maaskantje zit er al. Dezelfde bardame en ze is behoorlijk uitdagend! Ze gelooft het allemaal niet wat er gebeurd is vorige week, is allemaal toeval. Maar toeval bestaat niet! Gelijk overhandigt ze mij wel de suiker! Wat apart is, ze gelooft er toch niet in en toch overhandigt ze mij de suiker? Ik loop naar buiten en weer zeg ik hardop in mezelf, binnen een half uur zijn er hier gasten en is het gezellig druk. Als ik terug en naar binnen ga, kijk ik op de klok, rond 4 uur moet het gaan vollopen met gasten. Iedereen kijkt af en toe op de klok die vlak naast de deur hangt. Als het rond 4 uur is komen de eerste gasten binnen. Nu is ze wat gematigd:  ‘ja het kan wel natuurlijk’, zegt de bardame, ‘maar toch geloof ik het niet’. Weer komen er gasten en weer. ‘Het is ‘s zondags toch nooit druk?’ merk ik op tegen de bardame, ‘dat zei je de vorige keer toch?’, ‘Eerlijk gezegd niet’, zegt ze. ‘Maar ik geloof er nog steeds niet in hoor Michaela’, zegt de bardame behoorlijk luid in de zaak.

De mannen zijn niet zo overtuigd dat het niet werkt, die steunen mij meer. Zij vinden het toch wel heel apart en kennen de Dutch Inn schijnbaar beter. ‘Je moet vaker komen!’, zegt een van de mannen, ‘dat is goed voor de omzet!’ Ik lach. Ik moet bekennen, dat ik weet hoe dit werkt, en dat ik het kan. Maar is dit uit te leggen? Nou ja, dan moet je begrijpen dat vertrouwen in iets werkt. De bardame vertrouwt niet, ik wel. Zo simpel werkt het. Er komen leuke gasten binnen, een man lijkt sprekend op Willem Ruys, echt een aardige kerel waar je ook nog om kan lachen en mee kan dansen, tenminste dat deden we, alleen hij kan het niet zo goed. Ach wat maakt het uit, we hebben lol.

Rond 19:00 uur besluit ik naar huis te gaan, ga lekker eten koken en een film kijken. Meerdere mensen nemen afscheid, we wonen ten slotte wel in Nederland hè?! Etenstijd en lekker banken.

‘Volgende week kom ik niet, dan zie je maar hoe het vanzelf verloopt!’, zeg ik tegen de bardame. ‘Is goed Michaela’, zegt ze luid. ‘Dan hoor je wel een week later hoe het is geweest’.

Nieuwsgierig als ik ben, wil ik wel weten hoe het die zondag in de Dutch Inn is: ik ben bijna in staat om te gaan gluren. Maar dat is niet mijn ding en ik doe het dan ook niet. Zal ik dan voorbij lopen of fietsen en binnen kijken zo rond 4 uur? Doe ik ook niet! Even dacht ik er aan, maar ik laat me niet verleiden. Misschien dat Maaskantje naar de Dutch Inn gaat en mij vertelt op facebook hoe het is geweest? Zo niet dan gewoon afwachten tot de volgende week zondag. En ik? Ik ga gezellig naar een vriendin toe. Afleiding werkt het beste!

Op donderdagavond, na mijn radio uitzending bij Radio Erasmus ga ik nog even een biertje drinken in de Dutch Inn. Ook Maaskantje komt langs, schreef hij op facebook. Bij binnenkomst zit de man met de grote blauwe ogen aan de bar, het is er heel erg rustig wat ik op donderdagavond niet zo gewend ben. Mogelijk komt dat door de herfstvakantie. Ik zit te kletsen met de man met zijn grote blauwe ogen als ook Maaskantje binnen komt lopen en naast me gaat zitten. Beiden mannen waren afgelopen zondag niet in de Dutch Inn, en de bardame is niet dezelfde van zondag, deze bardame werkt nooit op zondag. Nu weet ik nog niets, toch wachten tot de zondag….

Dan is het de zondag dat ik weer langs ga. Het is ook de zondag van Feijenoord – Ajax! Dat kan daarom allemaal anders verlopen, als Feijenoord wint zou het kunnen dat mensen het in de kroeg gaan vieren. Als Feijenoord verliest, zou het kunnen dat men chagrijnig naar huis gaan. Ze winnen en verliezen niet, ze spelen 2 -2 gelijk. Maaskantje vraagt of hij mij moet komen ophalen. Alhoewel ik vlakbij woon, klinkt dat als muziek in mijn oren, omdat het de eerste dag is dat het koud aanvoelt. Later dan eerst, komt mogelijk omdat de klok ook nog een uur achteruit ging, zijn we er rond 4 uur.

4 mannen zitten aan de bar, nou en daar word je niet echt vrolijk van. 3 mannen zitten in een diep gesprek met elkaar en 1 man zit er behoorlijk treurig bij. Ik ga aan de bar zitten, Maaskantje staat buiten te praten. ‘En?’, vraag ik de bardame, ‘was het vorige week druk?”, ‘Nee’, zegt ze, ‘ongeveer zoals nu!’ Stil dus. Maaskantje komt bijna naar binnen, de bardame geeft mij de suiker aan. Ik strooi buiten en zeg hardop in mezelf, laat de gasten maar komen! Ik kijk in het rond. Overal mogen ze vandaan komen! Ik ga weer terug naar binnen. Nu heeft niemand het gesprek gehoord. Maaskantje heeft een cola besteld en zegt tegen mij dat hij er zo vandoor gaat. Hij heeft met een vriend afgesproken om te gaan helpen, iets met computers.

Dan ga ik ook gelijk naar huis, het trekt mij niet aan om nog langer te blijven, op een of andere manier heb ik het gehad deze middag. Het gevoel om er even tussen uit te zijn was goed, maar het is niet zo dat ik zo graag vandaag van huis wilde. Thuis heb ik kip en aardappelen klaar staan, nog even de spinazie wassen en dan eten. Bij het idee alleen al krijg ik honger. Aan de bardame geef ik mijn telefoonnummer, sms mij maar hoe het geweest is gisteren. Dan vermeld ik dat wel in dit stuk hier. Niets meer gehoord van haar, van de bardame. Ik weet niet of dat nou kwam omdat ze het zo druk heeft gekregen of mij gewoon vergeten is… Laten we het er op houden dat ze er geen tijd voor had, hoe dan ook!

Deel op:

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp