Rob Groenewegen (R’dam 1960) promoveerde aan de Universiteit Leiden onder leiding van prof. dr. Jaap Goedegebuure tot doctor in de geesteswetenschappen op een biografie van de Rotterdamse schrijver en non-conformist Jo Otten. De handelseditie van dit kloeke proefschrift werd in de pers lovend ontvangen.
Enkele reacties:
‘Naar de schrijver Jo Otten, die in 1928 promoveerde op de dissertatie Het Fascisme en in 1932 het opwindende essay Bed en wereld publiceerde, ben ik al lang nieuwsgierig. Als bewonderaar en ijverig lezer van Menno ter Braak, E. du Perron en andere schrijvers uit het interbellum kwam ik zijn naam herhaaldelijk tegen. Nu weet ik alles van hem, dankzij de gedetailleerde biografie waarop neerlandicus Rob Groenewegen afgelopen week promoveerde (…). In een defensief nawoord probeert de biograaf te rechtvaardigen waarom “een vergeten literaire figuur” zo’n omvangrijke biografie verdient. Overbodig: een goed boek als dit, over een fascinerend mens in een belangrijke historische periode heeft geen rechtvaardiging nodig.’
Elsbeth Etty, Nieuwe Rotterdamsche Courant
‘Iets te dikke, maar mooie biografie van de jong gestorven Rotterdamse schrijver en wetenschapper Jo Otten, die in 1928 promoveerde op een interessant proefschrift over het Italiaanse fascisme. Groenewegen geeft een levendig beeld van het literaire leven in het Interbellum, waarin Otten contact had met essayist Menno ter Braak. Beiden stierven in de meidagen van 1940: Ter Braak door zelfmoord, Otten door een bombardement. Waar Ter Braak een plek in de literatuurgeschiedenis verwierf, raakte Otten in de vergetelheid. Groenewegen doet een poging hem daaraan te ontrukken en slaagt wonderwel. Hij schetst het beeld van een overgevoelige en eenzame jongen, die zijn heil zocht, en vond, in boeken. Lezing van dit proefschrift, waarvan deze uitgave een handelseditie is, zet aan tot het ontdekken van Ottens literaire werk.’
Wim Berkelaar, Historisch Nieuwsblad
‘Deze biografie is een duizelingwekkend verhaal vol wetenswaardigheden rond het Rotterdamse (literaire) leven tijdens het interbellum. Groenewegen laat niets onbesproken en is uiterst zorgvuldig en volledig (misschien té) in zijn analyse van Otten en de tijd waarin hij leefde. Daarmee is deze biografie veel meer dan de levensbeschrijving van een man geworden. Het biedt ook een schat aan informatie over architectuur, kunst, film, politieke stromingen, etc. (…) Als veelzijdige, grillige figuur is Otten geen gemakkelijk ‘materiaal’ voor een biograaf. Groenewegen is er desondanks in geslaagd een evenwichtig beeld te schetsen van diens leven en tijd en daarmee is de biografie een aanwinst voor wie geïnteresseerd is in deze literaire periode.’
Rien van den Berg, Nederlands Dagblad
‘Groenewegen geeft een beeld van Rotterdam in de eerste decennia van de twintigste eeuw, dat zich schoksgewijs ontwikkelde tot wereldhaven. Hij beschrijft het culturele leven: het was de tijd van de filmliga, de charleston en de grammofoonplatenfeestjes, de tijd ook van nieuwe zakelijkheid, vitalisme en futurisme. Groenewegen schetst de gecompliceerde veelvormigheid van de Nederlandse literatuur uit die tijd, met allerlei avant-gardebewegingen die over elkaar heen tuimelen. En hij doet een verdienstelijke poging de waardering van Otten en vele anderen voor het fascisme en andere autoritair-populistische stromingen te begrijpen in de context van hun tijd.’
Joost van der Vleuten, Literair Nederland
‘Groenewegen beschrijft nauwkeurig het leven van de schrijver. Fijn is ook dat Groenewegen zeer uitgebreid én adequaat over Forum schrijft – Otten had namelijk contact met Menno ter Braak en publiceerde zijn werken in een tijd dat de mannen van Forum het literaire landschap overheersten. Het is een zeer toegankelijke biografie geworden. Groenewegen is nu bezig met een biografie over Victor E. van Vriesland – The Leading Man van de Nederlandse literatuur. (…) Met deze biografie over Jo Otten heeft Groenewegen aangetoond dat hij over de kwaliteiten beschikt om over Van Vriesland te schrijven.’
Bart Temme, Tzum
In 2008 bezorgde Rob de vierde druk van Ottens novelle Bed en wereld (1932). Momenteel werkt hij aan de samenstelling van diens Verzameld werk, dat in het voor- en najaar van 2012 in twee afzonderlijke edities bij Uitgeverij In de Knipscheer het licht zal zien.
Rob werkte tot 2011 als redacteur voor de Stichting Menno ter Braak, waar hij o.a. de boeken van Ter Braak van een inleiding en een editiegeschiedenis voorzag.
(overgenomen van http://www.victorvanvriesland.nl/de-biografie)