Rotterdam en Amsterdam, dat gaat niet zo goed samen. In Rotterdam spreken ze de naam van onze hoofdstad niet uit. Ze krijgen het in Rotjeknor niet over hun lippen. Nul twintig noemen ze die stad. In Amsterdam spreken ze de naam van de grootste havenstad van Europa ook niet uit. Gewoon omdat het ze niet kan boeien. In Amsterdam zijn ze met andere zaken bezig. In Amsterdam wordt gefeest, gezopen, geblowd en gesnoven. In Rotterdam werken ze zich het apelazerus om de boel in de rest van Nederland draaiende te houden. Ondertussen brassen de yuppen in Amsterdam het geld er weer doorheen. In Rotterdam staat de mooiste voetbaltempel van Nederland en in Amsterdam worden ze meestal kampioen. Rotterdam en Amsterdam, dat gaat niet goed samen. En toch was het ooit anders. Ik liep pas geleden door het centrum van Amsterdam en op de Oude Hoogstraat zag ik op de pui van een winkel, in mooie koperen letters, de tekst “Amsterdam Volkswarenhuis Rotterdam”. Dat moet een vruchtbare samenwerking geweest zijn. Als je het weet, kan je midden in Rotterdam het stadswapen van Amsterdam vinden. In 1964 gingen de Amsterdamsche Bank en de Rotterdamsche Bank samen verder. Het hoofdkantoor kwam op de Coolsingel in Rotterdam en de drie kruizen op het schild werden fraai in de gevel van het mooie pand opgenomen. In 1984 stond diezelfde Coolsingel vol. Feyenoord was kampioen van Nederland en dat was te danken aan een Amsterdammer, Johan Cruijff. En nu is die Amsterdammer met nummer veertien ziek. Niet zomaar ziek. Kanker. Afgelopen weekend werd er in de voetbalstadions geklapt, om Johan een hart onder de riem te steken. Dat was mooi. Maar het allermooiste applaus klonk in de Rotterdamse Kuip. Het legioen klapte in de veertiende minuut zijn handen blauw voor het clubicoon van 020. Kippenvel. Ik hoop dat Johan nog heel lang een levende legende mag blijven. En dat de Coolsingel dit voorjaar weer vol staat.