Eerst houdt de Jos Nijhuis een praatje, omdat zijn vliegveld over een paar weken honderd jaar bestaat. Hij is de directeur van Schiphol. Zijn verhaal is niet te verstaan, maar uit de lichtbeelden op het grote scherm achter hem maak ik op, dat het de strekking heeft van “kijk eens hoe goed ik ben”. Na de Schipholbaas neemt de organisator van de Winter Netwerk Borrel het woord. De directeur van Amsterdam Marketing is al net zo blij met zichzelf en zijn organisatie. Hij vertelt over het fantastische logo van de stad. Tien jaar geleden is het bedacht en nu wordt het nog beter, want het rode streepje gaat er af. I AMsterdam wordt nu nog krachtiger. Nog meer mensen zullen Amsterdam gaan bezoeken. En het waren er al zo veel. Dit jaar maar liefst 7% meer dan vorig jaar en de cruiseschepen brachten 6,4% meer bezoekers naar onze stad. En zo gaat hij maar door. Oh wat doet onze stad het goed. De dames om mij heen staan te soppen en de mannen krijgen spontaan een Amsterdammertje in de broek. Maar hé, hoezo onze stad? Ik werk hier alleen maar. Ik ben ook blij met al die toeristen, ik eet er van, maar dit is niet mijn stad. Na het praatje van de Marketingbaas is het de bedoeling dat iedereen een biertje of een wijntje in de hand neemt en de eigen succesjes deelt met de anderen. Zo hoort dat op een netwerkborrel. Ik luister naar het verhaal van de ZZP marketingdame die voor wel tien Amsterdamse musea werkt en de succesvolle jonge ondernemer die boottochtjes organiseert langs Amsterdamse architectuur. “Dan vaar je vast ook langs onze Munttoren”, vraag ik geïnteresseerd. Nee, hij doet alleen moderne architectuur op het IJ. “Maar dan moet je toch in Rotterdam zijn? De Kop van Zuid, het Centraal Station, De Rotterdam van Rem Koolhaas?” De succesvolle ondernemer kijkt mij schaapachtig aan. Rotterdam?
Het wordt mij te veel. Ik moet hier weg. Met een pover gevulde goodybag loop ik met grote passen naar het station. De trein naar Vlissingen. In Schiedam stap ik over. Maar misschien blijf ik vandaag wel zitten. Even door naar Rotterdam en dan een rondje over het stationsplein. Een blik op de stad. De lucht van Rotjeknor. En dan naar perron 1B. De trein naar Vlaardingen.