Beste Feyenoordvrienden,
Er zijn oudere Feyenoord-supporters welke de “dubbel” (titel + beker) van 1984 hebben meegemaakt en die prijzen dan niet meetellen bij de palmares van onze dierbare club. De reden was de komst van Johan Cruijff naar Feyenoord. Ik ben het daar niet mee eens. Want er zijn relatief veel spelers geweest die in de loop der tijden overstapten van Ajax naar Feyenoord en andersom. Om te beginnen natuurlijk Eddy PG, maar wat te denken van Wim Jansen, die een belangrijke bijdrage leverde aan de kampioenschappen van Ajax in 1982 en 1983. Daar heeft nooit iemand het over. Wim werd ervoor “gestraft” meet een ijsbal in zijn gezicht, gegooid door een geflipte onverlaat en waardoor hij die middag niet in staat was mee te spelen met Ajax tegen de club van zijn jeugd en zijn grootste triomfen. Maar los van Cruijff en Jansen: we hebben met Ajacied Henk Groot de titel in 1965 binnen gehaald en in 1993 werden we kampioen met Arnold Scholten (“de blonde Socrates”) die vanuit FC Den Bosch eerst naar Ajax ging, daarna naar Feyenoord en toen weer naar Ajax. En zullen we Ajax dan de titels maar weer afpakken die zij wonnen met Ruud Geels in hun gelederen? Johan Cruijff had in de zomer van 1983 een principieel probleem met de toenmalige voorzitter van Ajax, die het contract met de Oude Meester niet meer wilde verlengen, ondanks twee titels in successie.
Toen stapte de 36-jarige Cruijff over naar Feyenoord, dat niet alleen een aanstormende wereldster als Ruud Gullit had rondlopen waarmee het de titel in 1983 op een haar na had gemist. En er liep nog veel meer kwaliteit rond in De Kuip (Michel van de Korput, Peter Houtman, Bennie Wijnstekers om maar wat te noemen). Feyenoord gaf de beste Nederlandse voetballer aller tijden een schitterend podium voor diens ultieme wraak op Ajax-voorzitter Harmsen en daarmee bewezen Cruijff en Feyenoord elkaar een onvergetelijke, wederzijdse en historische dienst. De komst van Johan naar Feyenoord “triggerde” mij juist enorm. Ik was zeer benieuwd of de man met dezelfde initialen als Jezus Christus ook bij Feyenoord op doorslaggevende wijze uit de verf zou komen en dat gebeurde op overtuigende wijze. Hij gaf net het laatste zetje aan een Nederlands topteam, dat het jaar tevoren als kampioen van de topwedstrijden toch nog de boot had gemist. De enige echte misser was dat dubbel succesrijke seizoen die dramatische 8-2 nederlaag tegen de aartsrivaal in Amsterdam, maar de wraak zou honingzoet zijn.
In competitieverband werd het op 26 februari in De Kuip 4-1 (Johan scoorde het tweede doelpunt en sprong toen van pure vreugde een meter de lucht in, bijna 37 jaar oud) en in de beker werd het in Amsterdam 2-2 en in Rotterdam 2-1. Einde oefening voor de Mokummers en Feyenoord zou uiteindelijk de dubbel pakken door in de finale een weerbarstig Fortuna Sittard met 1-0 te verslaan. Kampioen werd Feyenoord in Tilburg (0-5). Een week later was de laatste wedstrijd van Johan Cruijff in het mooie Feyenoord-shirt. Tijdens mijn afscheidsreceptie in 2012 waarbij ik mijn professionele loopbaan afsloot na ruim 47 arbeidsjaren ontving ik van mijn toenmalige leidinggevende een prachtige zwart-wit foto waarop Johan voor de laatste maal zijn voetbalschoenen aan het uittrekken is in de kleedkamer van de slotwedstrijd tegen PEC. Zwolle op 13 mei 1984.
Het had 10 jaar geduurd sinds 1974 dat Feyenoord weer eens kampioen werd.
Zowel in 1974 als tien jaar later was het wel een dubbel. Eerst samen met de UEFA-Cup en in 1984 met de dennenappel: de KNVB-beker die ook nog een tijdje Amstel-Cup werd genoemd. De keer daarop duurde het 1 jaar korter eer we weer op de Goalsingel konden juichen, al werd dat feestje helaas wel voor een deel bedorven als gevolg van hooliganisme. Een ernstige verstoring van de openbare orde. Feyenoord werd toen tamelijk onverwachts kampioen, al opende het wel net als in het afgelopen kampioensseizoen met een verbluffende uitzege met 0-5. Toentertijd was FC Twente het slachtoffer. Toch leek het er lange tijd op dat PSV voor de zoveelste keer kampioen zou worden (toen al zes keer in zeven jaar tijd),maar op het laatst gingen de Zwartrokken veel punten verspelen.
Zo werd thuis van RKC Waalwijk met 0-3 verloren en liet het ook punten liggen in een gedeeltelijke inhaalwedstrijd tegen FC Dordrecht. En er was natuurlijk die zeperd in Arnhem tegen Vitesse, waardoor Feyenoord ineens op voorsprong kwam op weg naar het dertiende kampioenschap. Het was het seizoen van John de Wolf, de Rambo van Feyenoord, en van Henk Fraser, meedogenloze verdediger maar ook met een opmerkelijk sierlijke looptechniek. Henk had zich eerder in 1991 onsterfelijk gemaakt als matchwinnaar tegen PSV in Eindhoven voor de beker (0-1), kort nadat Feyenoord daar nog in competitieverband met 6-0 was verpletterd, waarna er een doeltreffende trainerswissel had plaats gevonden. De jaren 1991-195 vormden sowieso een bijzondere episode uit de clubgeschiedenis, omdat Feyenoord toen 5 jaar achter elkaar een prijs won en in totaal 6: vier bekers, een supercup en een landstitel (in 1993 dus).
Na dat succes zou het voor modernere Feyenoord-begrippen “slechts” zes jaar duren eer weer een kampioenschap kon worden gevierd. Dit keer werd Feyenoord vroegtijdig kampioen en met een straatlengte voorsprong op de achtervolgers. Feyenoord won twee keer van PSV, in Eindhoven met 1-2 en in Rotterdam met 3-1. Tegen Ajax bleef het thuis op 1-1 steken na een verbeten gelijkmaker van Kees van Wonderen, een speler waarvan Feyenoord veel plezier zou hebben. Bert Konterman was toen zijn kompaan in het hart van de verdediging. Een andere belangrijke speler, enigszins vergelijkbaar met Dirk Kuijt qua opzwepend EN scorend vermogen was Peter van Vossen. De enige dissonant was wederom een dramanederlaag in Amsterdam (6-0), al was Feyenoord de week daarvoor (op 25 april 1999) wel kampioen geworden door in de Kuip tegen NAC met 2-2 gelijk te spelen en de enige theoretische concurrent voor de titel
(Vitesse) in Nijmegen met 3-1 onderuit ging tegen aartsrivaal NEC. Bij Feyenoord was dat jaar de aanvalsleider Julio Ricardo Cruz.
Ja en daarna werd het dus een hele lange zit tot het afgelopen seizoen, eer Feyenoord eindelijk zijn vijftiende titel pakte sinds de oprichting in 1908. Tussendoor werd wel de UEFA-Cup (2002) en twee keer de beker (2008 en 2016) gewonnen, maar voor het overige was het natuurlijk een vreselijke kaalslag met veel mislukte seizoenen. Het hoogst haalbare was twee keer de tweede plaats en 1 keer een gedeelde tweede plaats met een minder doelsaldo (feitelijk derde dus). Veel te weinig voor een grote club als Feyenoord waar volgens toenmalig technisch directeur Peter Bosz jarenlang geen topsportklimaat heerste en ook financieel gezien door een enorm diep dal moest worden gedwaald en gedoold. Hopelijk kan Feyenoord het niveau nu wel vasthouden en valt het niet weer ver terug zoals in het verleden al te vaak gebeurde. Jammer dat Ronald Koeman nu opnieuw zijn vizier heeft gericht op een belangrijke Feyenoorder (Jorgensen) waar hij dat eerder ook al deed ten aanzien van Clasie en Pelle.
Er schijnt nu al 20 miljoen te worden geboden dus onze Deense centrumspits is daarmee wel gezien voor ons. En zoals ik al eerdere opmerkte, Feyenoord werd alleen in 1962 in successie landskampioen en heeft dat kunststukje dus nooit meer kunnen herhalen, waar PSV maar liefst twee keer en Ajax 1 keer vier keer achter elkaar de titel pakte. Maar goed, de transfer carrousel draait nog lang en er kan dus van alles gebeuren. Hoe dan ook, Feyenoord moet ieder jaar weer serieus gaan meestrijden om de titel en dus niet alleen in theorie. Voor zover u nog met vakantie gaat wens ik u een mooie tijd toe en als u al geweest bent of gewoon thuis blijft evenzeer!
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart