Het is alweer December, de Feestmaand, tenminste, als we de Kerst halen volgens de Maya kenners.
Volgens mij was het houtskooltje waarmee de scribent de kalender optekende, gewoon óp, of had hij last van R.S.I.
Geen zondvloed, geen koppie onder.
Over koppie onder gesproken….
Het is winter, dan ben ik niet zo op mijn best. Kou is wel oké, met blauwe luchten en een sneeuwpak dat nooit zal veranderen in sneeuwpap en dan vanaf februari lente.
Maar striemende ijsregen of hagel, ijzel, ‘mollen’ (in het donker van huis en in het donker weer naar huis), ik heb er niks mee.
Geef mij maar de zomer!
De zomers van vroeger waren mooier, warmer, langer, lijkt het wel.
Wat deed Assie in de zomers in Rotterdam?
Veel van hetzelfde eigenlijk. Dat ik nog niet chronisch gerimpeld ben is een wonder. Ik lag eigenlijk vooral in het water.
En dan niet in een Zwemparadijs, al heb ik wel vanaf de opening ruim 2 jaar in Tropicana gewerkt, maar in recht op-en-neer baden, liefst met buitenbad en een ligweide.
Zo was ik door de week te vinden in Zwembad Alexanderpolder, aan het Bramanteplein.
Ik had er een knipkaart die de zomervakantie dekte. Voor de andere (zon-) dagen had ik een 13-badenkaart.
Ik had drie vaste zwemvriendinnen, Anja Vink, Ingrid Daman en Margriet Wiegers.
Daarnaast hadden ‘we’ een vaste ploeg vrienden om ons heen en als je echt leuk was, mocht je ook bij de club. We waren 13, 14, jaar oud, dus naast het zwemmen ook druk bezig met allerlei aanverwante tiener interesses.
Op de ligweide hadden wij ‘de Kuil’, een aangelegde dijk die de wind tegenhield en waar wij de zon op zochten aan de diepe zijde. Je hoefde het niet te wagen je handdoek daarbij te leggen, dat deed je gewoon niet, die plek was van ‘ons’. Zelfs als één van de vrienden in de groep verkering had, mocht deze alleen met goedvinden van de rest van de groep erbij, anders ging je maar lekker met hem/haar ergens anders liggen, even goede vrienden.
In diezelfde zomermaanden ging ik, met Anja, in het weekend -op de fiets- naar de Blinkert in Capelle aan den IJssel. Ligweide, buitenbad, pocketradio mee (er waren nog geen Android telefoons of i-Pods) en Radio Mi Amigo luisteren.
Soms Radio Tour de France, vanwege de goede muziek. Als het Tourverslag begon, namen we gewoon even een duik.
Veel jongens in die tijd hadden een vakantiebaantje in de zomer. Vooral tomaten plukken was in trek, omdat je dan heel vroeg begon, dus vroeg klaar was en de rest van de dag had om alsnog vakantie te vieren.
Voor mij in die tijd was het vooral interessant om door de week verkering te hebben met de één en in het weekend met een ander. Dit onder de categorie: allerlei aanverwante tiener interesses.
De verkering voor dansles stond in de zomers stil, die zocht je toch alleen maar uit op zijn dansprestaties, liefst een ‘assistent’, zodat je zeker wist dat je je afdans diploma haalde.
Wat bijna niemand zich (meer) herinnert is het bestaan van het buitenbad aan de Dawesweg. Dat was open van mei tot september en vlak bij huis. In de zomervakanties was dit ook in de avonden open en er was een klein grasveldje bij.
Ik herinner me nog dat ik buiten de zomervakanties vóór school daar in alle vroegte en lekker zo goed als alleen baantjes trok, want naast jongens was zwemmen toch wel een grote hobby van me.
Ooit heb ik, heel wat jaartjes later, voor mijn dagdiensten, in de tijd van mijn Basis Beroeps Opleiding voor DJI, met Irene baantjes trok in het zwembad de Lansingh in Krimpen aan den IJssel, om het sportexamen te kunnen halen.
Met de familie gingen we naar de Koornmolen in Zevenhuizen, dat was gewoon heel erg groot buiten, 3 buitenbaden destijds en een heel groot veld, waar vele families neerstreken. Dat was altijd feest, pa mee, ma mee, en ik mocht in het bad waar een bord bij stond: “alleen voor geoefende zwemmers”. Soms moest mijn vader meelopen, om het toezichthoudende personeel ervan te overtuigen dat ik diploma A&B had en heel vaak zwom.
In de herfst en winter ging ik nog wel eens met een buurjongen, Frans Diermanse, met de bus naar zwembad Hillegersberg, aan de Willem van Hillegaersbergstraat, een zijstraat van de Straatweg.
Dan moest ik van mijn moeder altijd een plastic regenkapje op mijn natte haar op de terugweg. Ik kwam ook altijd netjes met dat kapje op thuis, maar deed het pas één bushalte voor ik eruit moest op.
Tegenwoordig zwem ik niet veel meer. Ik hou niet van funbaden. Ik wil gewoon rustig aan baantjes trekken. Ik kán wel snel, ik heb ooit regionaal wedstrijden gezwommen. Ik herinner me nog dat de vader van Ingrid Daman ons twee in zijn bestelbus naar het Akragon aan het Hofplein reed en we dan onderweg naar de ‘ Dik Voor Mekaar Show ‘ luisterde op de radio.
Het zwembad aan de Dawesweg is er niet meer, het Bramanteplein bijna niet meer en ook de Blinkert is meer een recreatie voorziening geworden dan een bad om in te zwemmen. De Koornmolen heet tegenwoordig een Sport- en Gezondheidscentrum, Zwembad Hillegersberg is nu een Buurttuin en ook Ingrid leeft niet meer.
Tijden veranderen, maar wat zou ik toch graag weer eens lekker een dagje naar een zwembad gaan en gewoon af en toe wat baantjes trekken, vertoeven op een grasveld, gewoon op mijn badhanddoek, een liga eten en weer een duik nemen.
Ik weet het zeker, Assie zwemt weg als een vis in het water!