Gedicht: Rotterdam

Rotterdam

Als ik denk aan Rotterdam,
dan zie ik een grote sterke man.
Een man met in een hand een hamer,
in de ander een grote spijker.

Rotterdam is een wereld stad van formaat,
een stad waar het allemaal om gaat.
Een stad niet voor de kleintjes,
waar men niet klaagt over al die pijntjes.

Rotterdam, een stad opgebouwd uit niets,
voor de tweede keer in zijn bestaan werd het iets.
De liefde van een Rotterdammer is groot,
een goed gevoel zwaarder dan lood.

Rotterdam, met zijn havens en modernisering,
een stad met gebouwen zo hoog, tering.
Een klein en sterk land in Nederland,
Rotterdam, mijn liefde, mijn verwant.

Rotterdam is niet zomaar een groot gat,
Mijn thuishaven, mijn hemel, mijn stad.
De stad, verdeelt in tweeën, aan de Maas.
het Rotterdam gevoel blijft Nederland de baas.

De drang voor actie, creatie en spel,
weg zijn van Rotterdam is een hel.
De Euromast staat fier overeind,
onze mooie toren dat nooit wegkwijnt.

Feyenoord, Sparta, Neptunus en Excelsior,
clubs waarvan ik de naam graag hoor.
De motor van Nederland, dat is een feit,
Rotterdam, van jou neem ik nooit afscheid.

Deel op:

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp