Beste Feyenoord-vrienden,
Vanmiddag weer eens de jaarlijkse ontmoeting met de ‘Fryske pompebled’, waarbij ik het accent circonflexe (het dakje) niet op de laatste ‘e’ kan zetten ten einde vervorming van de tekst te voorkomen.
In het wat verdere verleden ging ons die partijtjes met Heerenveen, zeker in thuiswedstrijden, meestal bijzonder goed af. We trokken vaak aan het langste eind, soms zelfs met redelijk grote uitslagen zoals 5-0, 5-1 en 6-2. De eerste keer dat Feyenoord in eigen huis onderuit ging tegen de Friese trots was op 1 mei 2005, toen wij nota bene de verjaardag van mijn vrouw vierden (2 mei jarig). In aanwezigheid van een fervente PSV-supporter keek ik met lede ogen naar de dramatische verrichtingen van mijn favorieten, inclusief de onvolprezen Dirk Kuyt. De eerste nederlaag in Friesland was al een aantal jaren eerder geleden: op 12 maart 1997 ging Feyenoord in bekerverband in het Friese Haagje met 2-1 onderuit.
Heerenveen is voor Friese begrippen een roemruchte club, die ooit een van de grootste Nederlandse voetballers aller tijden heeft voortgebracht en waar ook het huidige stadion van Heerenveen naar is vernoemd: Abe Lenstra.
Men memoreert in Heerenveen graag de beroemde zege op Ajax, waarbij Abe het na een schier kansloze ruststand van 1-5 in het voordeel van de Mokummers plotseling op zijn heupen kreeg en zo’n beetje in zijn eentje zijn club naar een 6-5 triomf leidde. Zelf herinner ik mij hoe Abe, die behalve als briljant ook bekend stond als superlui, op 14 maart 1956 met twee goals in het Rheinstadion te Duesseldorf wereldkampioen West-Duitsland vloerde. ‘Der ehemalige Weltmeister’ (WK Zwitserland 1954) kwam dankzij een eigen doelpunt van Cor van der Hart nog tot 1-2 terug, maar weken nadien had men het in Nederland op euforische wijze nog over die onwaarschijnlijke zege, die zich pas in 1988 zou laten herhalen tijdens het voor Oranje zo roemrijke EK in Duitsland. Tot dan zouden de wedstrijden tegen de oostelijke rivaal gekenmerkt zijn door louter nederlagen (zelfs een keer met 7-0), af en toe onderbroken door een gelijk spel. Wel waren we op 18 juni 1978 de morele winnaar toen Rene van de Kerkhof tijdens het beruchte ‘Argentijnse’ WK de 2-2 binnenschoot, waardoor de Duitsers werden uitgeschakeld voor de wereldbeker en wij de finale zouden bereiken, na eerst ook nog te hebben afgerekend met de Italianen (1-2). De Duitsers verloren overigens toen ook het laatste duel tegen hun Oostenrijkse broeders (3-2), waarvan wij eerder in de poule nog met 5-1 hadden gewonnen.
Hoe het vanmiddag zal aflopen is op dit moment natuurlijk koffiedik kijken. De prestatiecurve van ons dierbare Feyenoord is dit seizoen grilliger dan ooit en eigenlijk best wel teleurstellend, aangezien dit jaar de kans groter dan ooit was om eindelijk weer eens massaal naar de Goalsingel op te trekken (maar dan graag zonder de kennelijk onuitroeibare rellen en vernielingen). Er is veel over gediscussieerd, met name ook door aangeven van Raymond Verheijen, over de titelkansen die Feyenoord het nu langzaam aflopende seizoen heeft laten liggen, zodat ik daar nauwelijks meer iets aan heb toe te voegen. Het onwankelbaar trouwe Legioen (dat was in de jaren tachtig wel anders) is er helaas weer eens mee te kort gedaan, maar ook Ronald Koeman miste daardoor een unieke kans om op de valreep van zijn 5-jarige verblijf bij Feyenoord (in twee termijnen) alsnog een prijs te pakken. Wat dat betreft is zijn reactie (‘Dat is achteraf praten’) wel erg laconiek op de vraag waarom hij niet eerder van tactiek is veranderd dan pas tegen FC Groningen in de Euroborg. Hoe dan ook, ik ben benieuwd welk strijdplan de rossige Zaankanter voor dit duel heeft uitgebroed. Hopelijk zit er meer in dan de drie gelijke spelen welke de afgelopen drie jaar in eigen huis tegen de Friese fierljeppers het hoogst haalbare bleken.
Dat laatste bleek vanmiddag in de volledig uitverkochte Kuip inderdaad het geval. De eerste helft was van beide kanten eigenlijk bar en boos, maar in de tweede helft liet Ruud Vormer het Legioen al rap juichend opveren door uit een vrije trap net buiten de zestien de bal in de voor hem linker hoek te krullen (1-0). De Friese doelman stak er geen hand naar uit. Later liet hij zich op vergelijkbare wijze verrassen door de immer zwoegende Lex Immers (wat een kolossale inzet!!), alvorens wel een slecht ingeschoten penalty van Vilhena uit het doel te ranselen. De rode kaart die aan die pingel werd toegevoegd (en die Van Basten ‘over de rooie’ hielp) haalde het kleine restje venijn uit de wedstrijd voor zover dat nog aanwezig was. Feyenoord passeerde PSV daardoor voor de tweede maal in successie voor een directe plaats in de voorronde van de EL of wellicht zelfs voor de CL. De laatste jaren zijn beide hindernissen voor Feyenoord evenwel te hoog gebleken, dus al te veel waarde moeten we maar niet hechten aan de onderlinge strijd tussen Twente, Vitesse, Feyenoord en PSV om het zilver, het brons, en de eervolle vermelding van de vierde plaats.
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart