Het gaat best goed, dat reizen met bus en metro. Behalve op vrijdagavond. Op vrijdag hebben wij koopavond in Rotterdam en dat betekent dus een lange dag voor mij. Om negen uur ’s avonds doe ik de deur op slot en tel ik mijn centen. Als het een flink bedrag is, wandel ik daarna moe maar voldaan naar de metro. Valt het bedrag tegen, dan wandel ik ook naar de metro, maar dan met een chagrijnige kop. In beide gevallen zakt mijn humeur sowieso onder nul, als de metro arriveert. Het kan niet anders of de baas van de metro heeft een gruwelijke hekel aan winkelen. Hij stelt de winkeliers en hun medewerkers verantwoordelijk voor het leed dat hij elke zaterdag en/of zondag meemaakt als hij met zijn vrouw gezellig de stad in moet. Rijden er de hele week lange metro’s van wel drie wagons aan elkaar, op vrijdagavond moeten we het doen met één schamel metrostelletje. Wij winkelwerkers staan dan samen met onze klanten samengepakt in de veel te kleine metrowagon. U zult begrijpen, dat ik mij nogal erger aan deze situatie en omdat ik assertief ben ingesteld, heb ik onlangs een mailtje gestuurd naar de RET. Ik heb hierin mijn verbazing uitgesproken over het feit, dat er op zaterdag- en zondagochtend metro’s ingezet worden van wel drie metrostellen lang, terwijl er dan bijna geen reizigers zijn en dat er op vrijdagavond, na een koopavond de kortst mogelijke metro over het spoor rijdt. Een paar weken later was het resultaat van mijn mailtje al merkbaar. Fijn zult u denken, dan kan je op vrijdagavond tenminste lekker zitten na zo’n lange werkdag. Mis! Op zaterdag- en zondagochtend zijn nu, net als op vrijdagavond, het tweede en derde metrostel afgekoppeld. Voor mij is het duidelijk. Mijn mailtje is terecht gekomen op het bureau van de baas van de metro, een krachtig leider die wel raad weet met zeikerdjes die altijd maar klagen. Zeker als blijkt dat het om een winkelier gaat. Hij twijfelt nog even om als wraakactie de vrijdagavondrit van kwart over negen uit de dienstregeling te schrappen. Zijn secretaresse weet hem nog net van dit onzalige plan te weerhouden, door hem snel iets lekkers in te schenken. Als de baas van de RET weer een beetje tot bedaren is gekomen, weet hij wat hij moet doen. Hij heeft namelijk tijdens zijn opleiding geleerd om altijd naar de klant te luisteren. “Die vent vertelt mij dat de metro op zaterdag- en zondagochtend leeg is? Mooi, dan rijden we op die dagen voortaan ook met één treinstel.” En zo is het gekomen. Namens alle reizigers van de vrijdagavond richt ik mij tot de vrouw van de metrobaas: “Lieve mevrouw, wilt u de komende tijd lekker met een vriendin gaan winkelen en uw man een poosje rust geven. Verwen hem bij thuiskomst een beetje met een lekker glas whisky en vraag over een paar weken eens, zomaar langs uw neus weg, of er op vrijdagavond niet eens een metrostelletje bij gehangen kan worden.” Alvast bedankt.