Ik ben drie jaar oud en al een echte dame. Mijn papa en mama en mijn pasgeboren zusje en ik natuurlijk wonen in de 1e IJzerstraat, naast Groenteboer van der Ven en tegenover van der Meer & Schoep.

Opa en oma, de ouders van mijn moeder, wonen om de hoek, in de Coolhavenstraat, boven de schoenmaker en zijn vrouw. Winkel voor, woonhuis achter. Verderop in die straat staat de Piet Heijn school met daarnaast een poort die toegang geeft tot het pad naar de kleuterschool, waar ik volgend jaar naar toe zal gaan.

Opa is mijn held. Ik geloof alles wat hij mij vertelt. Opa weet ook alles, lijkt wel. Soms zit ik op zijn schoot, met mijn rug naar hem toe, in zijn leunstoel. Om de zoveel tijd steekt hij beide armen recht vooruit, voor mijn gezicht. Dan lik ik aan de plakrand van zijn vloeitje en draait hij zijn sjekkie af om het daarna bij de eerder gedraaide sjekkies in een blikje te doen.

Opa is mijn held, maar ik ben zijn prinsesje. Wat heeft hij mij verwend en ook voor de mannenmarkt later verpest. Mijn stoel wordt aangeschoven, deuren voor mij opengehouden, mijn jas aangegeven en opgehouden…

Maar van dat alles weet ik nog niets. Wat ik weet is, dat Opa niet meer kan werken. Dat hij schuin achter het raam in zijn fauteuil zit, met zicht op het spionnetje. Zo kan hij zien dat de kolenboer eraan komt. Dat het druk is bij de slager op de hoek. Hoe de auto’s geparkeerd staan. Ik weet dat Opa graag een ommetje maakt. En dat Opa álle urinoirs in de Stad kent. Van buiten én van binnen.

Opa is een Rotterdammer, maar dat hoor je niet. Hij was loodsbaas in de haven vroeger. Opa leest graag en Opa gebruikt hele rare woorden. Chique woorden.

Toen ik dus die dag bij Oma en Opa was keek ik ook in het spiegeltje de straat op. Ik zag een agent van politie, zo noemde Opa dat, bij een auto stil staan, nadenken, naar zijn borst- en broekzak  gaan en dat hij begon met schrijven. Daarna stopte hij het briefje onder de ruitenwisser van de auto in kwestie.

Opa! Opa! Kijk die meneer krijgt een bon!!! Nee, meisje, dat heet geen bon maar een ‘proces verbaal’. Zeg maar na: Proces Verbaal. “Posesse baal” zei ik braaf. “Goed zo meisje” en ik kreeg een aai over mijn bol.

Zo, nu heeft u een beeld van Opa en Opa en mij. Ik zal mijn avonturen met mijn Opa in Rotterdam hier met u delen. Van Stadswandelingen tot een bokkum kopen op de ‘Mart’. En alles daar tussenin.

Deel op:

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp