Eén van de spannendste dingen in een kinderleven is het Sinterklaasfeest.
Natuurlijk is 5 december zelf de apotheose van de voorpret, maar nog voor de aankomst van Sinterklaas loopt de spanning hoog op.
Op de scholen worden in, wat nu geheten, groepen 1 en 2 en de onderbouw van het basisonderwijs al liedjes geoefend om luidkeels Sint en zijn Pieten te kunnen verwelkomen en strakjes bij de schoen te kunnen zingen, natuurlijk uit volle overtuiging.
Zelf was ik het type kind, en nog steeds wel, van: een kinderhand is snel gevuld. Dat was ook zo met mijn schoentje. Ik ben snel tevreden.
Wij hadden al een gashaard in Delfshaven terwijl oma en opa nog een kolenkachel hadden.
De gashaard was handig voor meer dan verwarmen. Zo ‘streek’ mijn vader op de ronde hoeken mijn satijnen haarlinten op de kachel en kon de soep erop warm gehouden worden. Ook was het een mooi apparaat om bovenin je kleurpotloden in de kachel te laten vallen om daarna naar het verbrandingsproces te kijken achter de ruitjes.
Mijn moeder vond dat niet zo leuk en eigenlijk heeft het verbieden ervan mijn ontwikkeling in Bèta-vakken gestagneerd.
Maar wij, mijn zusjes en ik, zongen uit volle borst naast onze schoenen, voor de kachel, met een wortel en een glaasje water voor het Paard.
In pyjama en pantoffels. Buiten al donker, dus daarna naar bed .. naar bed.
We sliepen met zijn drietjes op de ‘halve’ zolder. De andere helft was van de buren en Jenny en Cocky sliepen daar.
Helaas hadden mijn ouders gedacht aan een babyfoon.. een intercomsysteem destijds… waar regelmatig uit klonk “Slapen, NU!” wanneer er weer eens een wedstrijdje trampolinespringen op de spiralen bed bodems aan de gang was.
Ook in de weekenden hadden wij veel lol wanneer we wakker werden en speelden we uitgelaten, wachtend op mama die ons zou roepen. Aangezien wij luiken voor de ramen hadden (enkel glas daar en op de 3e etage) hadden we geen idee of het 4 uur in de ochtend was of ‘al weer’ 8 uur….
Maar ik dwaal af….
Schoen gezet.. de volgende ochtend was erg spannend. Wachten op mama, dan mochten we mee naar beneden. – probeer dat nu eens als ouder, met kids die in het weekend al om 6 uur voor de televisie zitten, stilletjes, kijkend naar Cartoon Network of Zappelin-. Mijn ouders hadden alle tijd om een verdieping lager de wortel te doen verdwijnen en het glas leeg te gooien.
In onze schoen zat altijd iets leuks. Of lekkers. Of allebei. Ik was blij met wat ik kreeg van Sinterklaas. Hij kon niet weten dat ik misselijk werd van grote suikerbeesten en gevulde chocomuizen. Maar een mandarijntje was al goed.
En je schoen vol betekende dat je lief bent geweest.
Op een dag was het die avond weer ‘schoenzetten’.
Het was een druilerige dag, maar dat hoort bij Sinterklaas.
Mijn twee jaar jongere zus en ik gingen buiten spelen. ( bij gebrek aan PC, 399 televisiezenders, Wii’s, Playstations, DS’sen etc., etc.)
Wij konden heel goed buiten spelen daar, want we konden heel ver weg op straat, zonder over te hoeven steken.
Hoe we op het idee kwamen… ik kan het me niet meer herinneren, maar we gingen ‘een rondje doen’.
De deur uit lopen, rechtsaf langs van der Ven groenten en fruit, hoekkie om de Coolhavenstraat in en dan langs de Piet Heijn school, de poort van de kleuterschool voorbij, nog een stukje doorlopen en dan de Schoonderloostraat in, op de hoek van de Coloniastraat.
Aan het einde van de Schoonderloostraat kon je de Willem Buytewechstraat weer op.
Maar dat ging niet zomaar… De Havenstraat en de Schoonderloostraat lagen aanzienlijk lager dan de Willem Buytewechstraat en de 1e IJzerstraat.
Om weer boven te komen was er aan het eind van de Schoonderloostraat ,die dus dood liep, een straatbrede stenen trap met heel veel treden met – -voor een kind- erg grote ‘stappen’.
En zwaar verboden voor mijn zus en ik. Dus… terug of.. op avontuur.
Wij kozen voor het laatste.
En begonnen de trap te bestijgen. Met kriebels in onze buik omdat we wisten dat we iets deden wat niet mocht.
We waren al halverwege, het ging niet snel, want de ijzeren leuning was wel erg hoog en moeilijk vast te houden en we moesten hele grote stappen nemen. Ik weet niet meer wie van ons twee het eerst alarm sloeg, maar aan het begin van de Schoonderloostraat zagen wij onze vader naderen… dát was niet goed!! Snel draaiden we om, en probeerden snel, voor hij ons zag, verder naar boven te klimmen, maar tot onze ontzetting keken wij in het gezicht van Opa Bram, die boven aan de trap stond..
Ingesloten! Be’trapt’…
Moeder en Oma in paniek.. overstuur en de mannen eropuit gestuurd.
Die avond zongen wij extra hard. Om Sinterklaas te laten geloven dat wij héle lieve kindertjes waren.
En ja, de volgende ochtend waren ook onze schoenen gevuld….
De één had een roe… de ander een zakje zout…
Dank U Sinterklaasje !!!